De meeste land- en waterschildpadden houden van november tot maart winterslaap. Als ze het hele jaar door binnen worden gehouden, is het op zich voor de dieren niet nodig, om in winterslaap te gaan, maar het is wel verstandig, omdat de van nature ingelaste winterrust o.a. een positieve invloed heeft op hun afweer. Uitgesloten zijn echter zieke dieren, vandaar dat het van groot belang is, om uw schildpad vóór zijn winterrust door de dierenarts na te laten kijken.
Een warm bad zorgt ervoor dat de ontlasting goed los komt en dient ter voorbereiding op de winterslaap. Als de schildpad niet vanzelf passief wordt, kunt u een handje helpen door het dagelijks aantal lichturen met 1–2 uren te verkorten en tegelijkertijd de omgevingstemperatuur (men name ’s-nachts) te verlagen.
Voor de daadwerkelijke winterrust wordt de landschildpad in een kunststof bak met vochtig substraat ondergebracht. Hiervoor kan bijv. kokosvezel-humus of veenmos worden gebruikt. Waterschildpadden worden ondergebracht in een bak met water met een waterstand van 1-2 cm (buikhoogte). „Overwinteren“ doen de dieren het beste in een kelder of koelkast. Met behulp van een thermometer met afstandssensor kan de optimale omgevingstemperatuur van 4-5 °C goed in de gaten worden gehouden. Belangrijk is een goede beluchting, ook van de bak.
Als het dier in het voorjaar ontwaakt, laat je de temperatuur gedurende 5 tot 7 dagen geleidelijk aan oplopen en begin je zachtjes aan weer met voeren.